Fluit & Muziek
Poulenc, Bowie en interpretatie
Een goede interpretatie is niet alleen een systeem van adequate technische vaardigheden van de instrumentalist. Zij moet ook stoelen op vele andere factoren, zoals het gebruiken van een zo oorspronkelijk mogelijke uitgave, het zich verdiepen in aspecten van een authentieke interpretatie van de stijl van de componist, en dit alles met de ondersteuning van een brede documentatie, waardoor de musicus zich kan inleven in de componist, zijn tijd en zijn manier van componeren. Raadplegen van alle mogelijke literatuur over en rond het stuk is ook onontbeerlijk. Pas dan is de speler toegerust om de fantasie de vrije loop te laten en zijn creativiteit volledig tot bloei te laten komen.
Met al deze onderdelen uit de gereedschapskist van de muziekuitvoering kunnen onderscheidende uitvoeringen ontstaan waarin eenieder zijn eigen unieke persoonlijkheid naar voren kan laten komen. Ze zijn algemeen toepasselijk op de interpretatie van zowel oudere als hedendaagse muziek. Voor de recentere muziek geldt dat geluidsdragers – vaak door de betrokkene artiesten zelf opgenomen – een belangrijke bron zijn voor de uitvoeringspraktijk.
Juist bij deze ‘levende getuigenissen’ valt op hoe groot de invloed is van mode en smaak van het moment. Om die reden kunnen bepaalde kenmerken van die interpretaties niet afgedaan worden als ‘niet van goede smaak getuigen’. Want wat vaak veranderd is, is onze waardering voor de manier van expressie uit het verleden.
Time Machine
Jacques-Emile Blanche, Le Groupe des Six, 1922, Musée des Beaux-Arts, Rouen. In het midden Germaine Tailleferre, linksonder pianiste Marcelle Meyer, naar boven en naar rechts: Darius Milhaud, Arthur Honegger, Louis Durey, Francis Poulenc en Jean Cocteau. Zittend rechts: George Auric.
Een van de meest succesvolle producties van de Nationale Opera is Dialogues des Carmelites van Francis Poulenc. Deze sobere en juist daarom indrukwekkend expressieve versie zette het werk neer als een van de pijlers van het genre in de 20e eeuw en Poulenc als een unieke persoonlijkheid.
De muziek uit deze opera beleefde ik op twee manieren. Aan de ene kant de opera zelf en aan de andere kant de vele kiemcellen die in dit werk reeds aanwezig zijn en terugkomen in de fluitsonate, Poulenc’s eerste werk na de compositie van de opera. Als fluitist raakte ik meer dan ooit tevoren in de ban van beide werken.
Er brak een periode aan van intense betrokkenheid met deze componist. Ik heb veel over hem gelezen, veel onderzocht en vergelijkingen gezocht tussen de opera en de sonate. Het bracht bij mij veel denkwerk op gang over Poulenc’s muziek en het voorzag mij van nieuwe inzichten over zijn fluitsonate en de interpretatie ervan.
Jolivet en Messiaen
La Jeune France. André Jolivet aan de piano. Staand v.l.n.r. : Olivier Messiaen, Yves Baudrier, Daniel-Lesur
Hoe voorspellend de Cinq Incantations van Jolivet zouden zijn voor het ontstaan van Messiaen’s Le Merle Noir is met alle waarschijnlijkheid beide componisten van La Jeune France ontgaan.
In de partituur van Jolivet’s Incantations staat aan het eind: ‘Chantemerle – Août 1936’. Alsof de componist in broederschap een hint wilde geven aan Messiaen om de zang van de ‘merle’ over te nemen. De première van de Cinq Incantations vond plaats op 7 mei 1938 in de Société Nationale de Musique in Parijs, door Jean Merry, aan wie ze opgedragen zijn.
Messiaen schreef Le Merle Noir in 1952 als Morceau de Concours in opdracht van het Parijse Conservatoire, waar hij compositieles gaf.
De associatie tussen Chantemerle en Le Merle Noir is op zich al frappant genoeg, maar er is nog een ander zeer opvallende overeenkomst.
KONST VAN VEINZERIJ
De musicus
‘There is still another rule for developing harmonious execution… that may be recommended to each person who wishes to become a good musician…: in performing a musical composition, he must apply himself well to the art of simulation [‘Konst van veinzerij’ noemt Jakob Wilhelm Lustig dit in zijn vertaling van 1754, JC]. This art of simulation is not only permissible, but most necessary, and it does not offend the morals. He who strives all his life to master his passions as fully as possible will not find it difficult to counterfeit in himself the passion required in the piece to be performed. only then will he play well and as though from the soul. Whoever does not understand this commendable art of simulation is no musician in the true sense, and is not better than a common labourer, even if he is thoroughly acquainted with all the counterpoint in the world, and can perform every possible technical feat upon his instrument’.
Johann Joachim Quantz, Versuch einer Anweisung die Flöte traversière zu spielen/The Other Flute. Chapter XVII, Section vii, 17
Holger Gilbert Jespersen (1890-1975) en het concert van Carl Nielsen
On Flute Playing
‘I am just a humble servant for the music, which is a divine art. When I play, I feel a plastic insight in the music and an urge to express the composer’s intention without any personal vanity. The one who expresses something must stand aside in favour of the creative person. The flute is a flexible instrument which can easily merge from one feeling into the other. I am more fond of my flute now than ever before, it has become more valuable to me. I will not just allow my fingers to fly up and down the flute tube – I want to make performances with insight and deep artistic feeling’.
Holger Gilbert Jespersen
Dit jaar is een jubileum van zowel geboorte als overlijden van de Deense fluitist Holger Gilbert Jespersen.
Voor velen is hij misschien niet bekend, maar hij was wel de inspirator voor twee belangrijke werken van ons repertoire, namelijk het blaaskwintet en het fluitconcert van Carl Nielsen. Dit laatste is aan hem opgedragen.
Welkom op mijn weblog over muziek, musiceren, fluitspel en onderwijs.
Zowel als solofluitist, kamermuziekspeler, orkestmusicus als fluit- en methodiekdocent heb ik meer dan vijftig jaar ervaring. Ook ben ik oprichter en dirigent geweest van
Het Nederlands Fluitorkest.
Mijn liefde voor de fluit is tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie, genot en zelfs troost. Daarentegen kan het fluitspel zoals ik het vaak hoor mij niet in
gelijke mate bekoren.
In deze blog vat ik mijn gedachten daaromtrent samen en deel ze met jou.
Het spreekt voor zich dat ik het verworven vakmanschap en mijn zienswijze aanwend tijdens mijn lessen. Persoonlijk ben ik echter het meest benieuwd naar wíe ik voor mij heb en wat zíjn inbreng is. Omdat ik op zoek ben naar dat unieke dat in iedereen aanwezig is. Ik ben er van overtuigd dat ieders individualiteit de strategie moet bepalen en niet universele dogma’s.
Samen met jou wil ik nieuwe en wellicht verborgen mogelijkheden ontdekken om je spel én het musiceren nog beter te maken.
Daarbij maakt het niet uit of je professioneel, gevorderd amateur of (lid van)
een ensemble bent.
Ik boek successen met ‘dwars’ zijn. Dat betekent dat ik wars ben van in steen gebeitelde wetten.
Het gaat om de mens, niet om de regels.
Dank voor je bezoek.
Vriendelijke groet,
Jorge Caryevschi
onderwerpen
Fluit LERAAR & LEERLING
Ze vullen elkaar aan als echtelieden in een goed huwelijk
Fluit FLUITSPEL
Het juiste een-tweetje tussen techniek en musicaliteit
Fluit MUZIEK
Wees een rechercheur die met het juiste speurwerk de tunnelvisie vermijdt
Fluit HELDEN
Goed voorbeeld...
Fluit VARIA
Verandering van spijs...
Fluit VRAAG JORGE
Wie weet heb ik het antwoord
Fluit VRAAG JORGE
Wie weet heb ik het antwoord